ME/CVS, de psychotherapeut en de (on)macht van het evidencebeest
Cognitieve gedragstherapie (CGT) / progressieve inspanningstherapie (GET) is volgens opiniemakers de enige bewezen effectieve behandeling voor myalgische encephalomyelitis (ME) / chronischevermoeidheidssyndroom (CVS). Onderzoek toont echter aan dat de psychosociale verklaringsmodellen van Vercoulen en anderen,de rechtvaardiging voor CGT/GET, niet houdbaar zijn. CGT/GET is niet alleen ineffectief, maar zelfs potentieel schadelijk voor een grote groep ME/CVS-patiënten. Karakteristieke symptomen, zoals pijn, vermoeidheid en cognitieve klachten, maar bovenal verergering van klachten na een minimale inspanning (post-exertional malaise) kunnen op plausibele wijze medisch verklaard worden uit intracellulaire inflammatie, oxidatieve / nitrosatieve stress en gevolgschade daarvan, metabole dysfunctie, gastro-intestinale abnormaliteiten enzovoort. De dominantie van het psychosociale verklaringsmodel heeft grote gevolgen voor patiënten: medisch, juridisch, psychisch en sociaal. Psychotherapeuten en psychologen zouden vraagtekens moeten zetten bij een rol als behandelaar van ME/CVS. Doen zij dat niet, dan zullen ME/CVS-patiënten geneigd zijn om psychologische begeleiding te mijden terwijl die wel helpend kan zijn bij het omgaan met de ziekte..
Medienart: |
E-Artikel |
---|
Erscheinungsjahr: |
2011 |
---|---|
Erschienen: |
2011 |
Enthalten in: |
Zur Gesamtaufnahme - volume:37 |
---|---|
Enthalten in: |
Tijdschrift voor psychotherapie - 37(2011), 4 vom: Juli, Seite 233-258 |
Sprache: |
Niederländisch |
---|
Beteiligte Personen: |
Twisk, Frank [VerfasserIn] |
---|
Links: |
Volltext [lizenzpflichtig] |
---|
doi: |
10.1007/s12485-011-0042-1 |
---|
funding: |
|
---|---|
Förderinstitution / Projekttitel: |
|
PPN (Katalog-ID): |
SPR025768816 |
---|
LEADER | 01000caa a22002652 4500 | ||
---|---|---|---|
001 | SPR025768816 | ||
003 | DE-627 | ||
005 | 20230519195444.0 | ||
007 | cr uuu---uuuuu | ||
008 | 201007s2011 xx |||||o 00| ||dut c | ||
024 | 7 | |a 10.1007/s12485-011-0042-1 |2 doi | |
035 | |a (DE-627)SPR025768816 | ||
035 | |a (SPR)s12485-011-0042-1-e | ||
040 | |a DE-627 |b ger |c DE-627 |e rakwb | ||
041 | |a dut | ||
082 | 0 | 4 | |a 610 |q ASE |
100 | 1 | |a Twisk, Frank |e verfasserin |4 aut | |
245 | 1 | 0 | |a ME/CVS, de psychotherapeut en de (on)macht van het evidencebeest |
264 | 1 | |c 2011 | |
336 | |a Text |b txt |2 rdacontent | ||
337 | |a Computermedien |b c |2 rdamedia | ||
338 | |a Online-Ressource |b cr |2 rdacarrier | ||
520 | |a Cognitieve gedragstherapie (CGT) / progressieve inspanningstherapie (GET) is volgens opiniemakers de enige bewezen effectieve behandeling voor myalgische encephalomyelitis (ME) / chronischevermoeidheidssyndroom (CVS). Onderzoek toont echter aan dat de psychosociale verklaringsmodellen van Vercoulen en anderen,de rechtvaardiging voor CGT/GET, niet houdbaar zijn. CGT/GET is niet alleen ineffectief, maar zelfs potentieel schadelijk voor een grote groep ME/CVS-patiënten. Karakteristieke symptomen, zoals pijn, vermoeidheid en cognitieve klachten, maar bovenal verergering van klachten na een minimale inspanning (post-exertional malaise) kunnen op plausibele wijze medisch verklaard worden uit intracellulaire inflammatie, oxidatieve / nitrosatieve stress en gevolgschade daarvan, metabole dysfunctie, gastro-intestinale abnormaliteiten enzovoort. De dominantie van het psychosociale verklaringsmodel heeft grote gevolgen voor patiënten: medisch, juridisch, psychisch en sociaal. Psychotherapeuten en psychologen zouden vraagtekens moeten zetten bij een rol als behandelaar van ME/CVS. Doen zij dat niet, dan zullen ME/CVS-patiënten geneigd zijn om psychologische begeleiding te mijden terwijl die wel helpend kan zijn bij het omgaan met de ziekte. | ||
700 | 1 | |a Arnoldus, Rob |e verfasserin |4 aut | |
700 | 1 | |a Maes, Michael |e verfasserin |4 aut | |
773 | 0 | 8 | |i Enthalten in |t Tijdschrift voor psychotherapie |d Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 1992 |g 37(2011), 4 vom: Juli, Seite 233-258 |w (DE-627)SPR02576733X |w (DE-600)2114774-7 |x 1876-5637 |7 nnns |
773 | 1 | 8 | |g volume:37 |g year:2011 |g number:4 |g month:07 |g pages:233-258 |
856 | 4 | 0 | |u https://dx.doi.org/10.1007/s12485-011-0042-1 |z lizenzpflichtig |3 Volltext |
912 | |a GBV_USEFLAG_A | ||
912 | |a GBV_SPRINGER | ||
912 | |a SSG-OLC-PHA | ||
951 | |a AR | ||
952 | |d 37 |j 2011 |e 4 |c 07 |h 233-258 |